De ‘projecten artikel 107’ voor volwassenen hebben aangetoond dat de territoriale afbakening van werkingsgebieden tijdrovend kan zijn en eerder is gebaseerd op de historische context dan op zorginhoudelijke of socio-economische elementen. Daarenboven zijn er minder partners die zich specifiek richten op kinderen en jongeren dan op volwassenen. Het is steeds de doelstelling geweest om het volledige Belgische grondgebied te omvatten. Daarom vallen de werkingsgebieden van de netwerken samen met de provinciale territoria en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

 

Netwerking vormt het centraal uitgangspunt van het nieuw geestelijk gezondheidsbeleid voor kinderen en jongeren. Om deze netwerking te realiseren, is netwerkcoördinatie noodzakelijk. Op basis van een welomschreven mandaat ondersteunt en faciliteert de netwerkcoördinatie de inhoudelijke en organisatorische werking van het netwerk.

Daarom is het essentieel dat de personen die de netwerkcoördinatie invullen aan het juiste profiel voldoen, in overeenstemming met de ‘Richtlijnen voor de netwerkcoördinatie kinderen en jongeren’. Een partnership tussen het werkveld en de overheden biedt de nodige garantie op een objectief verloop van de selectieprocedure. Het mandaat van de netwerkcoördinatie wordt bovendien bekrachtigd door de ikw "taskforce ggz".

 

 

Om een globaal en intersectoraal geestelijk gezondheidsbeleid voor kinderen en jongeren te realiseren is afstemming en samenwerking met de Integrale Jeugdhulp noodzakelijk. Om die samenwerking vorm te geven bij elke fase van implementatie van het nieuw beleid is er een Vlaamse taskforce opgericht met daarin vertegenwoordigers uit het werkveld, de federale en de Vlaamse overheid (cfr. gids, Hoofdstuk 1.2 en Nationaal Plan 2015-2020, acties 6 en 7).